Dakisolatienorm: wat wijzigt er op 1 januari 2020?
Op 24 mei keurde de Vlaamse regering een hervorming van de woningkwaliteitsnormen definitief goed. Het grootste deel van de wijzigingen zal op 1 januari 2021 in werking treden. Wat de dakisolatienorm betreft, verandert echter één en ander al op het einde van dit jaar. Vanaf 1 januari 2020 wordt het EPC-kengetal een belangrijk element. Als het voldoende laag is, zullen er geen strafpunten toegekend worden, ook al ontbreekt de dakisolatie.
De toekenning van 15 strafpunten bij inbreuken voor daken van 16m² of groter blijft gelden. Niet-voldoen aan de dakisolatienorm zal dus vanaf 1 januari 2020 nog altijd resulteren in een ongeschiktheid.
Wat wel wijzigt, is dat de woningcontroleur het gebrek ‘dakisolatie’ pas zal kunnen aankruisen wanneer er geen EPC is of wanneer het aanwezige EPC een kengetal vermeldt van minimaal:
Pas als er geen EPC is of als het kengetal hoger ligt, gaat de woningcontroleur de dakisolatienorm beoordelen. Hij volgt daarbij de eerder beschreven werkwijze: controle van de R-waarde die op het EPC staat en vervolgens al dan niet visuele vaststelling.
Zo evolueert de dakisolatienorm naar een algemene energieprestatienorm, bestaande uit een EPC-kengetal als algemene indicator van de energieprestatie en een maatregelenpakket.
Concreet betekent dit dat de (mede-)eigenaar/verhuurder meer flexibiliteit krijgt. Ook in de situatie waarbij er in een appartementsgebouw geen dakisolatie aanwezig is en de algemene vergadering niet overgaat tot het plaatsen van dakisolatie, is het perfect mogelijk om alsnog aan de norm te voldoen, met name als het EPC een voldoende laag kengetal vermeldt.
Wat wel wijzigt, is dat de woningcontroleur het gebrek ‘dakisolatie’ pas zal kunnen aankruisen wanneer er geen EPC is of wanneer het aanwezige EPC een kengetal vermeldt van minimaal:
- 600 kWh/m² voor open bebouwing
- 550 kWh/m² voor halfopen bebouwing
- 500 kWh/m² voor gesloten bebouwing
- 400 kWh/m² voor een appartement
Pas als er geen EPC is of als het kengetal hoger ligt, gaat de woningcontroleur de dakisolatienorm beoordelen. Hij volgt daarbij de eerder beschreven werkwijze: controle van de R-waarde die op het EPC staat en vervolgens al dan niet visuele vaststelling.
Zo evolueert de dakisolatienorm naar een algemene energieprestatienorm, bestaande uit een EPC-kengetal als algemene indicator van de energieprestatie en een maatregelenpakket.
Concreet betekent dit dat de (mede-)eigenaar/verhuurder meer flexibiliteit krijgt. Ook in de situatie waarbij er in een appartementsgebouw geen dakisolatie aanwezig is en de algemene vergadering niet overgaat tot het plaatsen van dakisolatie, is het perfect mogelijk om alsnog aan de norm te voldoen, met name als het EPC een voldoende laag kengetal vermeldt.