De renovatieverplichting voor woongebouwen start op 1 januari 2023 en zal stapsgewijs worden aangescherpt
Voor alle woongebouwen geldt vanaf 2023 een minimum EPC-label, te behalen binnen de 5 jaar na overdracht.
Wie vanaf 2023 de nieuwe eigenaar, opstalhouder of erfpachter wordt van een woning of appartement met een slecht EPC-label, moet die binnen de 5 jaar energetisch renoveren tot label D (of beter).
Wie vanaf 2023 de nieuwe eigenaar, opstalhouder of erfpachter wordt van een woning of appartement met een slecht EPC-label, moet die binnen de 5 jaar energetisch renoveren tot label D (of beter).
Label D is een tussenstap. Stapsgewijs zal het te behalen labelniveau worden aangescherpt tot label A, om de noodzakelijke renovatiegolf en de transitie naar duurzamere verwarmingstechnologieën een grote impuls te geven. De Vlaamse Regering legt daarom ook een langetermijnpad vast tot 2050. Zo kan een nieuwe eigenaar toekomstgericht renoveren, dus beter renoveren dan wat op het moment van de aankoop wettelijk verplicht is.
De Vlaamse Regering voorziet bovendien aantrekkelijke financiële ondersteuningsmaatregelen (renteloos renovatiekrediet, energielening+, EPC-labelpremie) om de eigenaars te motiveren onmiddellijk tot een beter label dan de bovengrens (label D) te renoveren.
De renovatieverplichting geldt enkel bij een notariële overdracht in volle eigendom, het vestigen van een opstalrecht of het vestigen van een erfpacht. Voor alle andere vormen van overdracht, zoals overdracht van aandelen of erving, is de renovatieverplichting niet van toepassing.
Van label D naar label A voor eengezinswoningen
Wie vanaf 1 januari 2023 de nieuwe eigenaar, opstalhouder of erfpachter wordt van een eengezinswoning of collectief woongebouw, moet minstens een EPC-label D halen binnen de 5 jaar na verlijden van de authentieke akte. Dit minimaal EPC-label na overdracht wordt vanaf 2028 aangescherpt tot label C, vanaf 2035 tot label B en vanaf 2040 tot label A.
Afwijkend langetermijnpad voor appartementen
De grondige renovatie van appartementsgebouwen is een uitdagende opdracht, omdat het renoveren technisch gezien complexer is, er meerdere eigenaars samen tot een beslissing moeten komen en er gezamenlijke financiering moet opgebouwd worden. Voor deze gebouwen is meer tijd nodig om renovaties grondig voor te bereiden en te financieren.
Voor appartementen wordt daarom pas verstrengd tot label B voor aankopen vanaf 2040 (in plaats van 2035 bij eengezinswoningen), en tot label A voor aankopen vanaf 2045 (in plaats van 2040 bij eengezinswoningen).
Renovatieverplichting voor niet-residentiële gebouwen
Nieuw webdeel over niet-residentiële gebouwen op Vlaanderen.be
Op 1 januari 2022 is de renovatieverplichting voor niet-residentiële gebouwen gestart.
Binnen de vijf jaar na notariële overdracht in volle eigendom van een gebouweenheid (verkoop, erfpacht, opstalrecht, ... ), moet deze eenheid aan het minimale maatregelenpakket voldoen.
Daar bovenop moeten kleine niet-residentiële gebouwen sinds dit jaar een energielabel C of beter behalen en moeten grote niet-residentiële gebouwen vanaf 2023 in een minimaal aandeel hernieuwbare energie voorzien.
Voor alle andere vormen van overdracht, zoals overdracht van aandelen of erving, is de renovatieverplichting niet van toepassing.
De VEKA-website ‘energiesparen.be’ wordt tegen eind dit jaar onderdeel per onderdeel overgebracht naar vlaanderen.be, de officiële website van de Vlaamse overheid.
Alle informatie over de verplichtingen voor niet-residentiële gebouwen vindt u terug op een nieuw webdeel van vlaanderen.be.
Het langetermijnpad voor kleine niet-residentiële gebouwen
Kleine niet-residentiële gebouwen moeten bij overdracht vanaf 2022 volgens de renovatieverplichting binnen de 5 jaar een energielabel C of beter behalen. De Vlaamse Regering heeft voor het minimaal te behalen label het langetermijnpad tot 2050 vastgelegd.
Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt op basis van de positie van de kleine niet-residentiële eenheid binnen het geheel:
als de kleine niet-residentiële eenheid ligt in een gebouw dat in totaliteit wordt verkocht én dat volledig niet-residentieel is, moet de eenheid verplicht binnen de 5 jaar na verlijden van de akte voldoen aan het maatregelenpakket en het EPC-label C (of beter) halen.
Voorbeeld: een kledingwinkel in een winkelcomplex dat in zijn geheel wordt verkocht. In dat geval moet, net zoals bij eengezinswoningen, vanaf 2035 het label B worden behaald en vanaf 2040 label A.
Alle andere kleine niet-residentiële eenheden, zoals een krantenwinkel onderaan een appartementsgebouw, moeten bij aankoop momenteel enkel aan het maatregelenpakket voldoen. Dat verandert vanaf 1 januari 2023.
Deze kleine niet-residentiële eenheden moeten vanaf 2023 ook een minimaal EPC-label halen en moeten daarbij hetzelfde langetermijnpad volgen als de appartementen: D vanaf 2023, C vanaf 2028, B vanaf 2040 en A vanaf 2045.
Voor de grote niet-residentiële gebouwen zal er later een langetermijnpad worden vastgelegd.
De Vlaamse Regering voorziet bovendien aantrekkelijke financiële ondersteuningsmaatregelen (renteloos renovatiekrediet, energielening+, EPC-labelpremie) om de eigenaars te motiveren onmiddellijk tot een beter label dan de bovengrens (label D) te renoveren.
De renovatieverplichting geldt enkel bij een notariële overdracht in volle eigendom, het vestigen van een opstalrecht of het vestigen van een erfpacht. Voor alle andere vormen van overdracht, zoals overdracht van aandelen of erving, is de renovatieverplichting niet van toepassing.
Van label D naar label A voor eengezinswoningen
Wie vanaf 1 januari 2023 de nieuwe eigenaar, opstalhouder of erfpachter wordt van een eengezinswoning of collectief woongebouw, moet minstens een EPC-label D halen binnen de 5 jaar na verlijden van de authentieke akte. Dit minimaal EPC-label na overdracht wordt vanaf 2028 aangescherpt tot label C, vanaf 2035 tot label B en vanaf 2040 tot label A.
Afwijkend langetermijnpad voor appartementen
De grondige renovatie van appartementsgebouwen is een uitdagende opdracht, omdat het renoveren technisch gezien complexer is, er meerdere eigenaars samen tot een beslissing moeten komen en er gezamenlijke financiering moet opgebouwd worden. Voor deze gebouwen is meer tijd nodig om renovaties grondig voor te bereiden en te financieren.
Voor appartementen wordt daarom pas verstrengd tot label B voor aankopen vanaf 2040 (in plaats van 2035 bij eengezinswoningen), en tot label A voor aankopen vanaf 2045 (in plaats van 2040 bij eengezinswoningen).
Renovatieverplichting voor niet-residentiële gebouwen
Nieuw webdeel over niet-residentiële gebouwen op Vlaanderen.be
Op 1 januari 2022 is de renovatieverplichting voor niet-residentiële gebouwen gestart.
Binnen de vijf jaar na notariële overdracht in volle eigendom van een gebouweenheid (verkoop, erfpacht, opstalrecht, ... ), moet deze eenheid aan het minimale maatregelenpakket voldoen.
Daar bovenop moeten kleine niet-residentiële gebouwen sinds dit jaar een energielabel C of beter behalen en moeten grote niet-residentiële gebouwen vanaf 2023 in een minimaal aandeel hernieuwbare energie voorzien.
Voor alle andere vormen van overdracht, zoals overdracht van aandelen of erving, is de renovatieverplichting niet van toepassing.
De VEKA-website ‘energiesparen.be’ wordt tegen eind dit jaar onderdeel per onderdeel overgebracht naar vlaanderen.be, de officiële website van de Vlaamse overheid.
Alle informatie over de verplichtingen voor niet-residentiële gebouwen vindt u terug op een nieuw webdeel van vlaanderen.be.
Het langetermijnpad voor kleine niet-residentiële gebouwen
Kleine niet-residentiële gebouwen moeten bij overdracht vanaf 2022 volgens de renovatieverplichting binnen de 5 jaar een energielabel C of beter behalen. De Vlaamse Regering heeft voor het minimaal te behalen label het langetermijnpad tot 2050 vastgelegd.
Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt op basis van de positie van de kleine niet-residentiële eenheid binnen het geheel:
als de kleine niet-residentiële eenheid ligt in een gebouw dat in totaliteit wordt verkocht én dat volledig niet-residentieel is, moet de eenheid verplicht binnen de 5 jaar na verlijden van de akte voldoen aan het maatregelenpakket en het EPC-label C (of beter) halen.
Voorbeeld: een kledingwinkel in een winkelcomplex dat in zijn geheel wordt verkocht. In dat geval moet, net zoals bij eengezinswoningen, vanaf 2035 het label B worden behaald en vanaf 2040 label A.
Alle andere kleine niet-residentiële eenheden, zoals een krantenwinkel onderaan een appartementsgebouw, moeten bij aankoop momenteel enkel aan het maatregelenpakket voldoen. Dat verandert vanaf 1 januari 2023.
Deze kleine niet-residentiële eenheden moeten vanaf 2023 ook een minimaal EPC-label halen en moeten daarbij hetzelfde langetermijnpad volgen als de appartementen: D vanaf 2023, C vanaf 2028, B vanaf 2040 en A vanaf 2045.
Voor de grote niet-residentiële gebouwen zal er later een langetermijnpad worden vastgelegd.