Nieuw goederenrecht: regels rond onroerende publiciteit verduidelijkt
![Dossier](https://www.immo-c2.be/files/news/item/image/dossier-142-900-385-90.jpg)
Naast een volledige hernummering van de artikelen, heeft het nieuwe goederenrecht ook de regels in verband met onroerende publiciteit verduidelijkt. Al onze syllabi werden aangepast aan deze nieuwe regels.
Het nieuwe artikel 3.30 NBW vervangt het vroegere artikel 1 van de Hypotheekwet en bevat de lijst van rechtshandelingen onderworpen aan de overschrijving. Deze akten dienen te worden overgeschreven op het bevoegde kantoor van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie. In vergelijking met het vroegere artikel 1 van de Hypotheekwet werd de lijst van verplicht over te schrijven akten licht uitgebreid.
Eigendomsovergang ten gevolge van overlijden
Tot voor de inwerkingtreding van boek III Goederen van het Nieuw Burgerlijk Wetboek, betrof de afwezigheid van een duidelijk spoor van de eigendomsovergang bij overlijden op het kantoor rechtszekerheid, één van de grootste pijnpunten. Hierdoor was er sprake van een fragmentering van vastgoedinformatie.
Daaraan heeft de wetgever verholpen door in artikel 3.30, §1 7° NBW uitdrukkelijk te voorzien dat de akten van erfopvolging waarbij wordt vastgesteld dat een persoon een onroerend zakelijk recht heeft verkregen ter zake des doods, dienen te worden overgeschreven op het kantoor rechtszekerheid van de AAPD. Ook aan de eigendomsovergang ten gevolge van overlijden wordt nu dus publiciteit toegekend.
Ook de akten waarin een wettelijke verkrijging van een onroerend zakelijk recht wordt vastgesteld, zoals bijvoorbeeld vonnissen die het bestaan van een wettelijke erfdienstbaarheid vaststellen, dienen nu verplicht te worden overgeschreven op het bevoegde kantoor van de AAPD.
Artikel 3.30, §1, 6° NBW legt voorts de verplichting op om ook levenslange huurovereenkomsten over te schrijven op het bevoegde kantoor van de AAPD, opdat zij voor langer dan 9 jaar tegenwerpelijk kunnen zijn. De ratio van de derdenbescherming is immers identiek als bij de huurovereenkomsten met vaste termijn van langer dan negen jaar. Indien de levenslange huur niet wordt overgeschreven, wordt de huurtijd verminderd tot de lopende negenjarige termijn.
Termijn verkrijgende verjaring
Daarnaast werd aan de termijn voor de verkrijgende verjaring gesleuteld.
Krachtens artikel 3.27 NBW bedraagt de termijn voor de verkrijgende verjaring nu 10 jaar. Wordt echter vastgesteld dat de bezitter te kwader trouw is bij de aanvang van het bezit, dan bedraagt de termijn voor de verkrijgende verjaring dertig jaar. De verkrijgende verjaring wordt vastgesteld door een rechterlijke uitspraak, door onderling akkoord of door een eenzijdige verklaring van de titularis die het bezit verloren heeft. Voorts bepaalt het nieuw goederenrecht dat, indien de verjaring betrekking heeft op onroerende goederen, de rechterlijke uitspraak of het akkoord of de verklaring (indien zij op authentieke wijze is opgenomen), tevens wordt overgeschreven in de registers van het bevoegde kantoor van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie. Ook op dit punt werd de hypothecaire publiciteit dus uitgebreid.
Eigendomsovergang ten gevolge van overlijden
Tot voor de inwerkingtreding van boek III Goederen van het Nieuw Burgerlijk Wetboek, betrof de afwezigheid van een duidelijk spoor van de eigendomsovergang bij overlijden op het kantoor rechtszekerheid, één van de grootste pijnpunten. Hierdoor was er sprake van een fragmentering van vastgoedinformatie.
Daaraan heeft de wetgever verholpen door in artikel 3.30, §1 7° NBW uitdrukkelijk te voorzien dat de akten van erfopvolging waarbij wordt vastgesteld dat een persoon een onroerend zakelijk recht heeft verkregen ter zake des doods, dienen te worden overgeschreven op het kantoor rechtszekerheid van de AAPD. Ook aan de eigendomsovergang ten gevolge van overlijden wordt nu dus publiciteit toegekend.
Ook de akten waarin een wettelijke verkrijging van een onroerend zakelijk recht wordt vastgesteld, zoals bijvoorbeeld vonnissen die het bestaan van een wettelijke erfdienstbaarheid vaststellen, dienen nu verplicht te worden overgeschreven op het bevoegde kantoor van de AAPD.
Artikel 3.30, §1, 6° NBW legt voorts de verplichting op om ook levenslange huurovereenkomsten over te schrijven op het bevoegde kantoor van de AAPD, opdat zij voor langer dan 9 jaar tegenwerpelijk kunnen zijn. De ratio van de derdenbescherming is immers identiek als bij de huurovereenkomsten met vaste termijn van langer dan negen jaar. Indien de levenslange huur niet wordt overgeschreven, wordt de huurtijd verminderd tot de lopende negenjarige termijn.
Termijn verkrijgende verjaring
Daarnaast werd aan de termijn voor de verkrijgende verjaring gesleuteld.
Krachtens artikel 3.27 NBW bedraagt de termijn voor de verkrijgende verjaring nu 10 jaar. Wordt echter vastgesteld dat de bezitter te kwader trouw is bij de aanvang van het bezit, dan bedraagt de termijn voor de verkrijgende verjaring dertig jaar. De verkrijgende verjaring wordt vastgesteld door een rechterlijke uitspraak, door onderling akkoord of door een eenzijdige verklaring van de titularis die het bezit verloren heeft. Voorts bepaalt het nieuw goederenrecht dat, indien de verjaring betrekking heeft op onroerende goederen, de rechterlijke uitspraak of het akkoord of de verklaring (indien zij op authentieke wijze is opgenomen), tevens wordt overgeschreven in de registers van het bevoegde kantoor van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie. Ook op dit punt werd de hypothecaire publiciteit dus uitgebreid.