Projectontwikkelaars starten procedure op voor herinvoering 6% btw op sloop en herbouw
UPSI-BVS, de beroepsvereniging van de vastgoedsector, heeft een procedure opgestart bij het Grondwettelijk Hof om opnieuw het verlaagde btw-tarief van 6 % in te voeren op sloop en heropbouw. Zo stond gisteren te lezen in L’Echo. De projectontwikkelaars klagen het verschil in behandeling aan tussen particulieren (die nog steeds van het verlaagd tarief kunnen genieten) en de promotoren (voor wie het verlaagd tarief afgeschaft is door de Programmawet van 22/12/2023).
Eind vorig jaar, tijdens de begrotingsherziening, kondigde de federale regering het einde aan van het verlaagde btw-tarief van 6% op sloop- en wederopbouwwerkzaamheden voor projectontwikkelaars.
"Deze beslissing is onaanvaardbaar in het huidige economische klimaat, wanneer we het hebben over het moderniseren van ons gebouwenbestand, duurzaamheid en het aanpakken van stedelijke verloedering," zegt Olivier Carrette, CEO van UPSI-BVS, de beroepsvereniging van de vastgoedsector.
"Ontwikkelaars zijn de enigen die de financiële capaciteit en de kennis hebben om deze uitdagingen aan te gaan. Maar de enige manier om dat te doen is met dit verlaagde btw-tarief, anders is het niet rendabel, zeker niet in de huidige economische situatie, met looninflatie, bouwprijzen die niet echt zijn gedaald en een trage economie", legt hij verder uit.
Volgens UPSI-BVS heeft de btw-verhoging ertoe geleid dat 6.193 koopwoningen die haar leden in de pijplijn hadden zitten, niet zijn gebouwd. Deze voorspelde daling in activiteit zou er volgens de organisatie toe leiden dat de Franse overheid 111 miljoen euro aan btw-inkomsten misloopt.
Beslissing eind 2024
UPSI-BVS heeft daarom begin februari beroep aangetekend bij het Grondwettelijk Hof om de programmawet van 22/12/23 gedeeltelijk nietig te laten verklaren. De advocaten van UPSI-BVS zullen aanvoeren dat de overgangsmaatregelen voor 2024 het gelijkheidsbeginsel in het gedrang brengen door het verschil in behandeling tussen projectontwikkelaars en individuele projecteigenaars. De hoop is om het hele besluit ongedaan te maken en het behoud van het verlaagde btw-tarief veilig te stellen.
"Deze beslissing is onaanvaardbaar in het huidige economische klimaat, wanneer we het hebben over het moderniseren van ons gebouwenbestand, duurzaamheid en het aanpakken van stedelijke verloedering," zegt Olivier Carrette, CEO van UPSI-BVS, de beroepsvereniging van de vastgoedsector.
"Ontwikkelaars zijn de enigen die de financiële capaciteit en de kennis hebben om deze uitdagingen aan te gaan. Maar de enige manier om dat te doen is met dit verlaagde btw-tarief, anders is het niet rendabel, zeker niet in de huidige economische situatie, met looninflatie, bouwprijzen die niet echt zijn gedaald en een trage economie", legt hij verder uit.
Volgens UPSI-BVS heeft de btw-verhoging ertoe geleid dat 6.193 koopwoningen die haar leden in de pijplijn hadden zitten, niet zijn gebouwd. Deze voorspelde daling in activiteit zou er volgens de organisatie toe leiden dat de Franse overheid 111 miljoen euro aan btw-inkomsten misloopt.
Beslissing eind 2024
UPSI-BVS heeft daarom begin februari beroep aangetekend bij het Grondwettelijk Hof om de programmawet van 22/12/23 gedeeltelijk nietig te laten verklaren. De advocaten van UPSI-BVS zullen aanvoeren dat de overgangsmaatregelen voor 2024 het gelijkheidsbeginsel in het gedrang brengen door het verschil in behandeling tussen projectontwikkelaars en individuele projecteigenaars. De hoop is om het hele besluit ongedaan te maken en het behoud van het verlaagde btw-tarief veilig te stellen.
